Het ‘Volkshuis’, ontworpen door Victor Horta, werd in 1899 geopend in de Hoogstraat en gesloopt in 1965. Het wordt vaak gebruikt als voorbeeld van de stedenbouwkundige puinhoop in Brussel.
Dit prachtige gebouw was in Brussel een van de getuigen van een groot sociaal en economisch avontuur in het industriële Europa van de 20e eeuw: de ontwikkeling van de arbeiderscoöperaties.
De gemeenten Anderlecht en Molenbeek spelen een voortrekkersrol in deze bloei. Vanaf 1882 werd de ‘Boulangerie coopérative de Bruxelles’ opgericht in het nr. 10 van de Gentsesteenweg, waar twee arbeiders brood bakten en aan huis leverden. Van 538 broden voor 160 coöperanten in de eerste weken ging het naar 600 ton brood voor meer dan 7.000 coöperanten tien jaar later. In 1886 werd de hele activiteit gegroepeerd onder de naam ‘Volkshuis’.
Brood, textiel, specerijen, schoenen, vlees en koffie worden geleverd aan de arbeiders, zieken en stakers tegen betaalbare prijzen. Rond 1913 kocht de coöperatieve ‘Volkshuis’ de site tegenover u, om er de grootste winkels van de Coöperatieve te bouwen.Deze strijd voor de toegang tot basisvoorzieningen is significant voor het belang van de volkswijken in de geschiedenis van de arbeidersklasse en de democratie. Het is overigens op enkele honderden meters hiervandaan, in Molenbeek, dat het Belgische parlement op een dag in april 1893 moest plooien door een massale demonstratie. Dit luidde het einde van het censuskiesrecht in en opende de weg naar het algemeen stemrecht.